Opinie / Blogs

 

 

{"tabBasic":{"type":"items","urlProtocol":"http://","useUpdatesFilter":false,"itemType":"58","documentsDisplayType":"folders","twitterType":"username","listIcon":"icon-pencil","topn":"50","orderBy":"contentPage_dateVisible DESC","showAvatar":true,"showUserName":true,"filterRetweets":false,"targetBlank":true,"personaliseItems":false,"followingOnly":false,"autoHide":false,"showOnlyFollowedUsers":false,"showOnlyFollowingUsers":false,"autoRefresh":false},"pageFilter":{"usePageFilter":true},"layout":{"template":"list","showDescription":true,"showDescriptionInList":false,"showEventDescription":false,"showEventImage":false,"showAuthor":false,"showUpdater":false,"showMore":true,"showUserOccupation":false,"showUserExpertise":false,"showUserOrganization":false,"showDate":true,"showImages":false,"carouselCount":"2","carouselShowImages":true,"carouselSlideshow":false,"carouselAutoPlay":false,"carouselDelay":"4000"},"options":{"showAge":false,"showPastItems":true,"showItemsPer":"month"}}

 

  • Zorgzame straten en buurten: het kleine helpen heeft grote effecten

    06-11-2024 0 reacties

    Wat waren Danielle Harkes en ik enthousiast toen we in het voorjaar woonzorgcentrum De Nottebohm in Antwerpen bezochten en daar buurtcoach Inge Melis ontmoetten. Haar verhaal raakte ons direct en we waren onder de indruk  van haar ervaringen en enorme betrokkenheid. Tijdens datzelfde bezoek ontmoetten we Koen Kuylen die in Antwerpen veertig zorgzame straten wist te initiëren. Ook zijn verhaal was hartverwarmend én leerzaam. Het deed ons denken aan vergelijkbare initiatieven in Nederland. Daarom leek het ons interessant om een kleinschalige uitwisseling te organiseren tussen enkele Nederlandse en deze twee Vlaamse initiatieven. Dat hebben we vanuit ZorgSaamWonen en Nederland Zorgt voor Elkaar onlangs gedaan. Met deze impressie van de bijeenkomst willen we de opgedane kennis verder verspreiden.

     

    Actieve bewonersorganisatie

    We organiseren de bijeenkomst in een prachtig pand, een oud zusterhuis, in Rotterdam waar ‘aktiegroep het Oude Westen’ vertoeft. Deze bewonersorganisatie bestaat al sinds de jaren 70. Destijds wilde de gemeente de wijk ‘het Oude Westen’ slopen. De actieve bewonersorganisatie wist dit te voorkomen. De wijk bleef behouden en de aktiegroep zet zich sindsdien in om de wijk nóg mooier te maken. Het is één van de bewonersorganisaties in Rotterdam die nog steeds bestaat door verschillende subsidiepotjes aan te spreken. En dus nog steeds als ondersteuner en spin in het web voor de bewoners van het Oude Westen fungeert.

    Janet Vos, directeur van ‘stichting Opzoomer Mee’, licht toe dat haar organisatie in opdracht van de gemeente, budgetten toekent voor straatactiviteiten. En dat in deze wijk de actiegroep ook als uitbetaalpunt fungeert. “Het is fijn dat we op deze bijzondere, en bovendien ook nog gunstig gelegen locatie terecht kunnen.”
     

    Zorgzame Straten in Antwerpen

    Na een voorstelrondje geven we het woord aan Koen Kuylen. Hij vertelt ons meer over de zorgzame straten. Volgens hem kan zijn verhaal in één zin worden samengevat: “buurtgerichte zorg kan niet zonder zorggerichte buren”. Hij probeert buren een zorgzame houding mee te geven. Dat is de basis voor het bieden van spontane hulp. Als je elkaar herkent, groeit het vertrouwen en durf je makkelijker hulp te vragen of hulp te bieden. Het gaat vaak over ‘het kleine helpen’, zoals een lamp verwisselen of vervoer naar het ziekenhuis. Buren kunnen goed signaleren en zien vaak meer dan een professional. Ook betrekt hij winkeliers bij de ontwikkeling van zorgzame straten. Het is belangrijk dat winkeliers tijd maken voor een ‘klapke’, een praatje, en dat ze weten waar ze mensen eventueel naartoe kunnen verwijzen. Een speciale flyer met info voor de winkeliers is hiervoor beschikbaar. Koen grossiert sowieso in allerlei folders en deelt deze ook ruimhartig aan ons uit.

    Inge Melis werkt al bijna 26 jaar in de zorg, bij woonzorgcentrum De Nottebohm in Antwerpen, en zag dat mensen langer thuis kunnen wonen als zij een netwerk om zich heen hebben. Zij is ouderen thuis gaan bezoeken om zo’n netwerkje op te bouwen en buurtbewoners met elkaar te verbinden. Zij heeft in haar acht jaar als buurtcoach ervaren dat het goed is om naast de mensen te staan die ze bezoekt. ‘Niet al een doel hebben met een bezoek, maar gewoon aanwezig zijn’, is haar recept. Verder is het raadzaam diverse activiteiten te organiseren zodat er voor ieder wat wils is. Denk aan  natuurwandelingen, concerten of gezellige ochtenden met koffie en gebak. Uit die activiteiten ontstaan vaak nieuwe initiatieven, zoals een breiclub.
     

    Voorzorgcirkels en binnenbuurten

    Annemarie van de Wal vertelt over de voorzorgcirkel. Dat is een kring van acht tot  vijftien mensen die met elkaar afspreken om naar elkaar om te zien. Bijna iedere voorzorgcirkel is weer anders. Het kan ook op verschillende manieren worden georganiseerd: zonder of juist met professionals, , geïnitieerd door een welzijnsorganisatie of corporatie of juist alleen door bewoners. Het kan tijdelijk zijn, bijvoorbeeld als iemand uit het ziekenhuis komt en een aantal mensen om zich heen verzamelt voor hand en spandiensten. Het kan ook langdurig zijn. Het doel is hetzelfde: elkaar helpen. Het is fijn als de mensen in een voorzorgcirkel niet meer dan tien minuten lopen of fietsen bij elkaar vandaan wonen.

    Hoe vaak Marion Mulder van het netwerk Amsterdamse Stadsdorpen niet de vraag krijgt: ‘zorgzame wijken, dat is toch alleen in dorpen mogelijk’? De Stadsdorpen Amsterdam laten zien dat dit geenszins het geval is. Veertien jaar geleden ontstond het eerste Stadsdorp. Inmiddels zijn er 34 Stadsdorpen en er komen er nog meer bij. Sommige Stadsdorpen werken met ‘binnenbuurten’. Dat zijn  buurten op straatniveau. Mensen hebben binnen zo’n buurt nauwer contact met elkaar, ze helpen elkaar met basale hulpvragen zoals boodschappen doen voor elkaar  of helpen bij vervoer. Iedere binnenbuurt heeft een coördinator. Het netwerk van Stadsdorpen zorgt voor informatie en verbindt de dorpen met elkaar.
     

    Lief en Leedstraten

    Wat Amsterdam kan, dat kan in Rotterdam ook! En hoe! Rotterdam is koploper wat betreft de Lief en Leedstraten. In deze Lief en Leedstraten letten mensen op elkaar. Het concept Lief en Leedstraat is tien jaar geleden ontwikkeld door de Stichting Opzoomer Mee Rotterdam. Deze gemeente heeft inmiddels ruim 900 van deze straten, en ze zijn ook buiten de stad  te vinden. Nederland telt al 2500 Lief en Leedstraten in bijna vijftig gemeenten. Er zijn veel varianten van deze straten, maar het  concept is eenvoudig en dat is meteen ook een grote kracht. In iedere straat is er een gangmaker die een lief en leedpotje beheert en ervoor zorgt dat mensen die aandacht krijgen die ze nodig hebben, zoals. een bloemetje voor iemand die uit het ziekenhuis komt. Zo’n gangmaker weet ook anderen in te schakelen. Ireen van der Lem toont divers materiaal dat ontwikkeld is voor de Lief en Leedstraten, zoals een handig starterspakket voor beginnende straten. Daarnaast is er een peilstok waarmee wordt geprobeerd inzichtelijk te maken of er door de Lief en Leedstraten meer burencontact is. Ireen is er allang van overtuigd. In de verschillende appgroepjes van de straten ziet zij positieve contacten ontstaan. Voor haar betekent dit tegengif bij alle nare dingendie ze op het journaal ziet.

    Nabijheid is de sleutel

    Alle initiatieven hebben te maken met mensen die minder goed te bereiken zijn. Het helpt om verschillende activiteiten aan te bieden, waaronder ook concrete, zoals het repareren van spullen of het werken in de (moes)tuin. Dan hoef je minder sociaalvaardig te zijn om toch mee te kunnen doen. De attenties uit het lief en leedpotje helpen ook. “Contact leggen met iets in je handen verlaagt de vraag- en aanbod verlegenheid”, weet Ireen uit ervaring. Ook moet je het respecteren als iemand echt niet wil meedoen. Soms kan er toch een ingang zijn of de juiste gebruiksaanwijzing worden gevonden. Je moet aan verschillende knoppen draaien, is de conclusie.

    Nabijheid is één van de basisingrediënten  om een zorgzame buurt tot een succes te maken, naast enthousiaste kartrekkers en geduld. “Het heeft een eigen ritme, het kost tijd en dat moet je respecteren”, aldus Koen. Het gaat vaak over wat Koen zo mooi ‘het kleine helpen’ noemt. Professionals zijn er voor de complexe hulpvragen, zoals medische zorg.

    We hebben nog veel meer thema’s die we willen bespreken. Dat doen we de volgende keer. Intussen sturen we elkaar relevante informatie toe en weten we elkaar te vinden. De inspiratie die we hebben gevoeld en gedeeld, nemen we in onze tassen mee naar huis, om die eruit te halen als we het kunnen gebruiken.

    Op de terugweg fiets ik van het station naar huis. In mijn buurt zeg ik de buurman aan het eind van de straat net even iets enthousiaster gedag. Het werkt direct, want ik krijg nageroepen: “Je fietslamp doet het niet. Wist je dat? Straks krijg je een boete.” Kijk, de zorgzame houding is er ook al in mijn straat.

    Yvonne Witter

    ZorgSaamWonen                                                               

    Lees meer:

  • Niet ‘uitrollen’, maar rondfietsen - ontmoeten in voorzorgcirkels I Vera Jansweijer

    26-09-2024 0 reacties

    ‘Durf te vragen’. Het is makkelijker gezegd dan gedaan. "Je moet iemand doorgaans eerst minimaal zeven keer ontmoet hebben voordat je om hulp durft te vragen" hoor ik Saskia zeggen. Ik luister naar het webinar over voorzorgcirkels dat we samen met De Eerstelijns organiseren. Drie mensen die zelf actief aan voorzorgcirkels werken delen hun ervaringen.  Saskia is één van hen, zij doet dat in Eindhoven. Ik betrek het even op mezelf. Ik heb zojuist in mijn eentje, met kramp in mijn armen en het zweet op mijn rug, allemaal grote, super-onhandige pakketten klaargezet aan de straat om op te laten halen door het grofvuil. Het lukte wel alleen, maar het was echt makkelijker geweest en ook fijner om het even samen te doen. 

     

    Voorzorgcirkels zijn zorgzame cirkels van 10-15 mensen (of adressen) bij elkaar in de buurt. Mensen die afspreken dat ze er voor elkaar zijn: in goede tijden gewoon omdat dat fijn is. En ook ‘uit voorzorg’, mocht je het later nog eens nodig hebben. Het doel ervan? Bouwen aan een zorgzame gemeenschap waarin je naar elkaar omkijkt. Een gemeenschap waarin het je opvalt als je buurvrouw de gordijnen al een paar dagen dicht laat, waar je aanbiedt om het vuilnis buiten te zetten als je ziet dat je buurman moeilijk loopt, waar je open staat voor de ander en waarin je ook een beetje ‘tussen de zinnen door’ kunt luisteren, omdat de vraag niet altijd direct aan je gesteld wordt.  

     

    Dat is niet alleen nodig, maar vooral ook fijn. Gerdientje (actief met Voorzorgcirkels in het land van Cuijck en Horst aan de Maas) vertelt: “In onze wijk heerst heel erg een cultuur van samen. Voorzorgcirkels helpen daarbij en ik merk dat ik er daardoor nog prettiger woon”.

     

    “Of het niet efficiënter kan?” wordt er gevraagd door een deelnemer aan het webinar. En gelukkig hoor ik daarop een unaniem antwoord van de drie pioniers: “Nee”. Op samen leven kun je niet besparen. Echt samen zorgen voor elkaar begint met elkaar ontmoeten, op een fysieke plek, meerdere keren. En als je elkaar dan steeds beter leert kennen, ontstaat van daaruit pas het doen, elkaar helpen. Elkaar ontmoeten draait niet om efficiënter of makkelijker, wel om echter en menselijker. "Niet ‘uitrollen’, maar rondfietsen in je wijk", zegt Judith (Voorzorgcirkels in Helmond). Samen leven is geen project, het is gewoon en het is dagelijks en dat is maar goed ook. 

     

  • Voorzorgcirkels in Oost Brabant

    27-11-2023 0 reacties

    Henk Geene is de bedenker van de Voorzorgcirkel. Hij publiceert regelmatig over Vergrijzing en Ouderenzorg. Voor hem is actieve deelname van ouderen in de zorg  voor ouderen een belangrijke sleutel voor de oplossing. Voor NLZVE schrijft hij in de komende maanden een aantal blogs op persoonlijke titel.

    In Oost Brabant ontwikkelen we momenteel langs drie wegen voorzorgcirkels:

    • In huurappartementen van de woningcorporatie
    • na indicatiestelling door de thuiszorgorganisatie
    • in wijken en dorpen

    Voorzorgcirkels in huurappartementen van de woningcorporatie

    In de huurappartementen van woningcorporaties in Nederland woont 20 á 25% van de ouderen. Lukt het hier om voorzorgcirkels te ontwikkelen, dan bedien je een substantieel deel van de ouderen in Nederland. Een tweede reden om hier te starten, ligt in het gegeven van de nabijheid: in  huurappartementen wonen de ouderen dicht bij elkaar. Het uitgangspunt is dat de leden van een voorzorgcirkel op loop- en fietsafstand van elkaar wonen. Zeker gezien het gegeven dat nu en in de nabije toekomst nagenoeg alle mensen tot het einde van hun leven thuis blijven wonen, is nabijheid een vereiste. Het grootste deel van de dagelijkse, niet fysieke zorg aan thuiswonende, zorgafhankelijk ouderen, zal geleverd (gaan) worden door gezonde, vitale ouderen. Dicht bij elkaar wonen, is dan wel zo handig.

    Als we de voorzorgcirkels gaan ontwikkelen in huurappartementen, nemen allereerst contact op met de bewonerscommissie. We leggen de problematiek uit die de vergrijzing van onze maatschappij met zich meebrengt en motiveren de bewonerscommissie om samen met ons  de uitnodigingsbrief te schrijven aan de bewoners. In de uitnodigingsbrief wordt het probleem van de vergrijzing uitgelegd en de bewoners wordt gevraagd hierover met elkaar in gesprek te gaan.

    Een belangrijk onderdeel van de bijeenkomst is de opgestelde vragenlijst, met behulp waarvan we inventariseren of de oudere een netwerk om zich heeft gebouwd. Verder inventariseren we welke hulp de gezonde, vitale oudere kan/wil bieden en wat de hulpvragen zijn. We zien dat op het moment dat we de ingevulde vragenlijsten met elkaar doornemen, spontaan hulpaanbod en hulpvraag aan elkaar gekoppeld worden. Onze ervaring is dat 3 bijeenkomsten met bewoners van de corporatiewoningen, voldoende zijn om tot een voorzorgcirkel te komen.

    Voorzorgcirkels na indicatie door de thuiszorgorganisatie

    De aanpak bij de thuiszorgorganisatie is weer van een heel andere aard. We gebruiken het moment van ‘indicatiestelling thuiszorg’, om in gesprek te komen met de oudere en zijn omgeving over de noodzaak van het ontwikkelen van een hulp- en steunstructuur. We kiezen voor dit moment omdat er sprake is van een urgentiebeleving, als de nood zo hoog is dat een indicatie thuiszorg geëigend is. De wijkverpleegkundige die de indicatie stelt, legt uit dat de thuiszorg alleen de fysieke zorg kan bieden en dat de overige hulp en steun vanuit een op te zetten netwerk geleverd zal moeten worden. Zowel de betrokkene zelf als zijn/haar directe omgeving, zien de noodzaak van een hulp- en steunstructuur dan wel in. Dit is een essentieel verschil met de andere twee routes waarlangs voorzorgcirkels worden ontwikkeld. Daar is de urgentiebeleving in veel mindere mate aanwezig.

    Door een van de wijkverpleegkundigen van de thuiszorgorganisatie, die meedoet aan de pilots, is inmiddels een voorzorgcirkelspel ontwikkeld. Het spel is een rond bord met drie cirkels. Deze cirkels zijn weer onderverdeeld in verschillende vakken zoals, familie, buurt, vrijwilligers, kennissen en vrienden. De buitenste cirkel betreft mensen die verder weg wonen en niet dagelijks langs kunnen komen. De middelste cirkel is voor mensen die wat dichterbij wonen en de binnenste kring is voor mensen die dicht bij de cliënt  staan en ook gemakkelijk bij de cliënt  op bezoek kunnen komen. Op deze manier kan snel inzichtelijk gemaakt worden hoe bij  de cliënt de situatie er uit ziet en hoe  deze zelf een voorzorgcirkel kan creëren.

    Voorzorgcirkels in wijken en dorpen

    Bij deze derde route spelen de ouderenorganisaties zoals die van de KBO (Katholieke Bond voor Ouderen) een belangrijke rol. De lokale ouderenorganisaties organiseren bijeenkomsten met als doel om ouderen er bewust van te maken dat de vergrijzing zo massaal is, dat er onvoldoende zorgpersoneel is voor alle hulpvragen. Met andere woorden: de ouderen zelf zijn aan zet. Met name de gezonde, vitale ouderen zullen de hand moeten reiken aan de zorgafhankelijke ouderen. Vóór de pauze wordt de problematiek van de vergrijzing uitgelegd en na de pauze gaat men in groepjes overleggen over de voorzorgcirkels. De ouderen zitten dan per straat of een groepje straten bij elkaar.

    Een probleem bij deze benaderingswijze, vergeleken met de benaderingswijze in het geval van de huurappartementen, is het ontbreken van voldoende sociale cohesie in de wijken. Vergeleken met de individuele aanpak vanuit de indicatiestelling thuiszorg, is het urgentiebesef bij veel ouderen bij deze derde route, nog onvoldoende  aanwezig. Op dit moment hebben de meeste 75-plussers nog een attitude van: ‘Ik ben nu nog gezond, er is nu nog niets aan de hand’. De meeste komen pas in actie als zich een concreet probleem aan dient, al zie ik sinds kort een lichte verschuiving in de richting van voorzichtig  voorsorteren op het ouder worden.

  • De ontwikkeling van voorzorgcirkels op hoofdlijnen

    06-09-2023 0 reacties

    Waarom zijn voorzorgcirkels nodig?

    De afgelopen 40 jaar is er  op het terrein van vergrijzing en ouderenzorg veel wegbezuinigd. Bejaardenhuizen en verzorgingshuizen zijn er niet meer en de deur naar verpleeghuizen staat nog slechts op een kier. Ondertussen zijn we vergeten vervangende structuren te ontwikkelen die het mogelijk maken om langer thuis te blijven wonen. Pas recent zijn we hier mee gestart.

    De problematiek op het terrein van vergrijzing en ouderenzorg is groot:

    • de babyboomgeneratie stormt de grijze zone binnen
    • door de medische zorg worden we steeds ouder
    • de gemiddelde leeftijd van mantelzorgers is 70 jaar
    • kinderen wonen veelal niet meer in de buurt van hun ouders
    • vergeleken met 2020 verdubbelt de vergrijzing nog in 2040
    • er zijn nu al 80.000 vacatures in de zorg

    Voorzorgcirkels

    Ik heb daar iets op gevondenen dat is het concept voorzorgcirkel. In de groep ouderen bevindt zich een schier onuitputtelijk reservoir van gezonde, vitale ouderen. Zij gaan de zorgafhankelijke ouderen helpen. De gezonde, vitale oudere investeert nu en oogst later als hij zelf zorgafhankelijk is geworden. De gezonde, vitale oudere weet dat, als hij nu niet investeert, er later ook niemand voor hem klaar staat. De gezonde, vitale ouderen gaan “uit voorzorg” aan de slag om voorzorgcirkels te ontwikkelen. Ze sorteren voor op een waarschijnlijke toestand van zorgafhankelijkheid. Immers, er zijn maar weinig mensen die gezond en vitaal sterven.

    Voorzorgcirkels bestaan uit 8 a 13 leden die op loop- en fietsafstand van elkaar wonen. De hoofddoelstelling is om vraag en aanbod op elkaar afstemmen.

    Participanten

    De belangrijkste participanten in het project in Oost Brabant zijn:

    • de thuiszorg- en verpleeghuisorganisatie
    • de woningcorporatie
    • de welzijnsorganisatie
    • de vrijwillige ouderenorganisaties

    Tussen deze organisaties zijn werkafspraken gemaakt over de uitrol van de voorzorgcirkels in een gebied van 90.000 inwoners.

    Drie routes

    Langs 3 routes worden de voorzorgcirkels nu ontwikkeld:

    • middels indicatiestelling thuiszorg
    • bij huurappartementen van de woningcorporatie
    • in wijken en dorpen.

    Voor elke route is een methodiek beschikbaar

    Meer over de voorzorgcirkels vind je hier.

     

  • Hoe meer ouderen hoe beter

    22-08-2023 0 reacties

    Teruggerekend naar 2020 gaat de vergrijzing tot 2040 nog verdubbelen. Een verdubbeling van het aantal ouderen, betekent ook een verdubbeling van het aantal zorgafhankelijke ouderen. Normaal gesproken zou dit ook een verdubbeling van het aantal thuiszorgmedewerkers moeten inhouden om al het extra werk te verrichten. Déze verdubbeling zal echter niet plaats vinden. Integendeel. Onlangs heeft onze regering besloten dat het aantal werkenden in de zorg niet meer mag toenemen. Nu werken 1 op de 6 werkenden in Nederland  in de zorg. Daar blijft het bij de komende jaren.

    Het is goed om ons te realiseren dat onder de verpleegkundigen het ziekenhuis veel populairder is dan de thuiszorg. Dat is uit onderzoek gebleken. Met andere woorden: het slot op de zorg wat betreft de personele ruimte, zal vooral de thuiszorg treffen. De vraag is nu waar we vrijwilligers vinden die in de thuiszorg willen investeren in de vorm van hulp en steun bieden. We weten dat allerlei clubs, stichtingen en verenigingen naarstig op zoek zijn naar vrijwilligers. Iedereen vist uit dezelfde vijver en daar is nu al sprake van overbevissing.

    Is dit alles een rampzalige ontwikkeling? Ik denk dat het meevalt. Een verdubbeling van de vergrijzing betekent ook een verdubbeling van het aantal gezonde, vitale ouderen. Deze gezonde, vitale mensen zijn in staat om hun zorgafhankelijke (enigszins oudere generatie-genoten) de hand te reiken. Ouderen hebben ook aangegeven dat ze dat willen doen. En aan die handreiking zitten ook een aantal voordelen voor hen. Als zij nu hun wat oudere leeftijdgenoten gaan helpen, is dat gewoon geworden als zij tezijnertijd zelf  zorgafhankelijk worden. Dan staan er ook anderen voor hen klaar.

    Ik ben dus positief gestemd als het gaat om de gevolgen van de oplopende vergrijzing op te vangen. In principe kan het, maar er moet wel aan één voorwaarde voldaan worden: de gezonde, vitale oudere van nu moet de slag om de zorgafhankelijke leeftijdgenoten te gaan helpen wel maken. Het moet tussen de oren komen zitten. Een shift in de mindset en dat is voor die generatie niet gemakkelijk. Zij komt uit een situatie waar “ieder voor zich” dominant was en nu dient men te gaan denken in termen van gezamenlijkheid en samenredzaamheid en dat is niet eenvoudig.

    Daar komt bij dat de vraag naar hulp en steun niet alleen in aantal toeneemt maar ook in complexiteit. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat men tot ongeveer het einde van zijn leven thuis blijft wonen en hoe ouder men wordt hoe complexer de zorgvraag. Dit houdt in dat meerdere  vitale ouderen  nodig zijn om een zware zorgafhankelijke oudere te helpen. Er zal dus afstemming en overleg nodig zijn. Het is wel vrijwillig maar niet vrijblijvend.

    Conclusie: de oplopende vergrijzing hoeft geen extra probleem met zich mee te brengen, indien we er als gezonde, vitale ouderen in slagen om onszelf deelgenoot van de oplossing te maken. Het aantal medewerkers in de thuiszorg mag weliswaar niet meer groeien, maar het aantal gezonde en vitale ouderen groeit gewoon met de vergrijzing mee.

    Henk Geene

  • Het voortraject is de oplossing

    07-08-2023 0 reacties

    Henk Geene is de bedenker van de Voorzorgcirkel. Hij publiceert regelmatig over Vergrijzing en Ouderenzorg. Voor hem is actieve deelname van ouderen in de zorg  voor ouderen een belangrijke sleutel voor de oplossing. Voor NLZVE schrijft hij in de komende maanden een aantal blogs op persoonlijke titel.

    In Nederland hebben we veel burgerinitiatieven, die zich bezig houden met ouderenzorg. Deze initiatieven opereren niet binnen de drie financiële zorgstelsels, zijnde de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en  de Wet Langdurige Zorg (Wlz). Ze zijn actief buiten deze zorgstelsels om, beter gezegd ze gaan vooraf aan de drie zorgstelsels. Natuurlijk hebben ze raakvlakken en werken ze met de drie stelsels samen, maar ze hebben geen verantwoordingsplicht richting de drie stelsels. Ze kunnen vanuit de drie stelsels daarom ook niet ter verantwoording geroepen worden.

    Het werken buiten de stelsels heb ik ervaren als een verademing. Ik heb er vele uren in doorgebracht en geen enkele keer heb ik de druk van de stelsels op mij gevoeld. Het is bevrijdend om buiten de stelsels om te werken. Als je jarenlang binnen de stelsels gewerkt hebt en je gaat vervolgens buiten de stelsels werken, dan ervaar je pas hoe desastreus de uitwerking van wet- en regelgeving, van in beton gegoten protocollen en van een sterk overdreven verantwoordingsplicht is op je eigen persoon. Nú heb ik elke dag het gevoel dat elk uur dat ik aan de ouderenzorg besteed 100% effectief is. Er is nooit sprake van indirecte arbeid of van indirecte tijd.

    Niet alleen het huidige - demissionaire - kabinet, ook toekomstige kabinetten zullen niet de extra benodigde miljarden beschikbaar stellen voor thuiszorg en verpleeghuiszorg. Dit heeft onder meer te maken met omvangrijke, miljarden slurpende transities, die zich momenteel in onze maatschappij voltrekken. Denk maar eens aan alle kosten die de transitie naar een gasloze en CO2-loze maatschappij met zich meebrengt. Denk maar eens aan de transitie die zich momenteel in de agrarische sector voltrekt. Denk maar eens aan de extra miljarden die de komende decennia naar defensie zullen gaan als gevolg van het steeds verder vertroebelende wereldbeeld. En denk tenslotte aan de extra kosten als gevolg van de coronaproblematiek. In het Integrale Zorg Akkoord (IZA) is onlangs afgesproken dat het aantal werkenden in de zorg, dat nu 1 op de 6 werkenden is, niet mag toenemen. Tel uit je verlies.

    De ouderenzorg staat achter in de rij of je het leuk vindt of niet. Dat is onlangs nog uit onderzoek gebleken: het geld gaat primair naar de cure en dan pas naar de care. We zullen gezien worden als kostenpost en niet als productiefactor. Het is niet anders. Niets wijst er op dat de overheid de komende jaren de strenge toelatingscriteria voor opname in het verpleeghuis los gaat laten. Dat heeft ook geen enkele zin want het zou niet het bedoelde effect hebben, namelijk meer opnameruimte voor zeer zorgafhankelijke ouderen. Dat effect ontstaat niet en dat heeft maar beperkt met geld te maken. Het ontbreken van menskracht is hier bepalend: er zijn 80.000 à 100.000 vacatures in de zorg. 

    Zoals bekend gaat de vergrijzing tot 2040 nog verdubbelen. Dit betekent dat er dus ook een factor 2 meer thuiszorg en meer bedden nodig zijn, maar dat gaat onze overheid niet accorderen. Er komt geen extra personeel en er komen ook geen extra bedden bij. Maar een factor 2 betekent ook dat er sprake is van een verdubbeling van het aantal zorgafhankelijke ouderen richting 2040. Met andere woorden vergeleken met het huidige aanbod aan zorgafhankelijke ouderen vanuit de drie genoemde zorgstelsels, gaat het zorgaanbod aan de zorgafhankelijke ouderen met het oog op 2040 met factor 2 verdund worden: 3 douches per week wordt dan 1 douche per week. Zo letterlijk moet je dat nemen. De spoeling wordt dan wel erg dun. Er zal dus een hulp- en zorgstructuur ontwikkeld moeten worden naast de huidige, professionele hulp- en zorgstructuur vanuit de drie zorgstelsels.

    Dit kan mijns inziens slechts op één manier opgelost worden: de ontwikkeling van een sociale infrastructuur op vrijwillige basis in buurten, dorpen en wijken rond elke oudere. In Nederland zitten we dus in een fase dat de genoemde drie stelsels de gevolgen van de golf van vergrijzing niet meer op kunnen vangen. Alle bestuurders die binnen de drie stelsels actief zijn, spannen zich in om, samen met het Ministerie van VWS, de vacatures op te vullen. Dit zal hen niet lukken, enerzijds omdat die arbeidskrachten niet te vinden zijn en anderzijds omdat binnen het veld van de zorg het terrein van de ouderenzorg het minst geliefd is bij potentiële arbeidskrachten. Uit onderzoek is immers gebleken dat verpleegkundigen in opleiding grotendeels kiezen voor werken in een ziekenhuis en nauwelijks voor werken in de ouderenzorg. 

    We kunnen dus niet meer, zoals voorheen, onbeperkt vertrouwen hebben in de stelsels, ook niet als deze in de marge enigszins aangepast worden. Dit betekent dat we buiten de stelsels om oplossingen moeten bedenken. Dit wordt inmiddels door velen onderkend. Buiten de drie stelsels bevindt zich namelijk een reservoir van arbeidskrachten van ongekende omvang en als gevolg van de oplopende vergrijzing wordt dit reservoir steeds groter. Het betreft hier de gezonde, vitale ouderen in de leeftijd van 70-80 jaar. 

    We weten uit onderzoek dat ouderen elkaar graag helpen. Als we er in slagen om deze ouderen te laten inzien dat zij later, als ze zelf zorgafhankelijk worden, alleen maar hulp krijgen van gezonde leeftijdgenoten als zij zelf nu zorgafhankelijke ouderen gaan helpen, dan ontstaat er een samenredzaamheid van zorgafhankelijke ouderen enerzijds en helpende, gezonde en vitale ouderen anderzijds.

    De definitieve oplossing ligt dus op het terrein dat vooraf gaat aan de drie zorgstelsels en wel middels een massieve inzet van de gezonde, vitale ouderen richting de zorgafhankelijke ouderen. Wij ouderen zijn immers zelf het probleem en dat verplicht ons ook zelf bij te dragen aan de oplossing. Wij zijn de probleemdrager en we dienen onszelf te transformeren naar probleemoplosser.
    De oplossing van het probleem zit in het probleem.

  • Vergrijzing en ouderenzorg: stip op de horizon

    24-07-2023 0 reacties

    Henk Geene is de bedenker van de Voorzorgcirkel. Hij publiceert regelmatig over Vergrijzing en Ouderenzorg. Voor hem is actieve deelname van ouderen in de zorg  voor ouderen een belangrijke sleutel voor de oplossing. Voor NLZVE schrijft hij in de komende maanden een aantal blogs op persoonlijke titel.

    De vergrijzing van Nederland en de gevolgen daarvan voor ons allemaal, zijn sinds kort wekelijks een item in de landelijke media. Het dringt door bij de mensen dat we met nog een nieuwe crisis erbij te maken hebben.  

    Op steeds meer plaatsen in het land worden initiatieven genomen om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Dit is hard nodig omdat het personeelstekort in de thuiszorg jaarlijks zal toenemen. Met name thuiswonende ouderen zullen dit aan den lijve gaan ervaren. 
    In 2021 ontwikkelde ik het concept van de “voorzorgcirkels”. Centraal in de voorzorgcirkels staan twee elementen: gezonde vitale ouderen helpen zorgbehoeftige ouderen en hulpvraag en hulpaanbod worden in onderling overleg op elkaar afgestemd. Op dit moment ontstaan er in Nederland interessante varianten op de voorzorgcirkels. Twee voorbeelden wil ik hier schetsen.

    In een dorp van 17.000 inwoners  Brabant heeft de plaatselijke zorgcoöperatie een “zorgcirkel voor kortdurende hulp” opgericht. Inwoners kunnen hulp krijgen voor een maximale periode van een maand.  De hulp wordt gegeven door leden van de zorgcoöperatie die bereid zijn minimaal  één dag per maand beschikbaar te zijn voor de hulpvrager. Veertig leden hebben zich aangemeld. Beschikbaar zijn wil hier zeggen dat de hulpvrager wel dan niet een beroep doet op de hulpverlener. De hulpvrager weet in ieder geval dat er elke dag iemand beschikbaar is. Het is een prachtig initiatief.
    In een ander dorp heeft men een telefoondienst opgericht. Mensen in het dorp die hulp nodig hebben, kunnen contact opnemen met de telefoondienst. Zeven inwoners hebben zich bereid verklaard om een dag per week de telefoondienst te bemensen. Dertig andere inwoners hebben  zich aangemeld als hulpverlener en hun hulp is geïnventariseerd. Degene die de telefoondienst bemenst, koppelt de hulpvraag aan de hulpverlener. Ook dit is een prachtig initiatief.

    Een paar zaken  in deze twee initiatieven vallen op als je ze vergelijkt met de voorzorgcirkels. Beide initiatieven laten zien dat de initiatiefnemers een voorzichtige start maken. Het gaat in beide gevallen om kleine, eenvoudige hulpvragen. Als start is dit een goed uitgangspunt. Beter voorzichtig beginnen dan  afschrikken met zware verzorgingsafspraken met hulpbehoeftigen. Ook is het prima om met directe hulpvragen te starten in plaats van met voorzorgsmaatregelen. 
    In het geval van voorzorgcirkels is er sprake van een preventieve actie: men treft maatregelen “voor het geval dat”, uit voorzorg dus. Als je de 80 gepasseerd bent, ben je kwetsbaarder dan wanneer je 50 bent. Er kan je zomaar plotseling iets overkomen. Hetzelfde geldt voor hulp i.p.v. zorg. De voorzorgcirkel heet mede zo, omdat het zorgen voor elkaar en zorg hebben om elkaar centraler komt te staan naarmate  je ouder wordt.

    Het aantal zorgafhankelijke ouderen gaat als gevolg van de vergrijzing verdubbelen, terwijl er geen thuiszorg personeel bij zal komen. Dat betekent een verschraling van de thuiszorg. Als ouderen moeten we ons dus voorbereiden op zorgtaken: iemand helpen om steunkousen aan te trekken, ouderen uit en in bed helpen, iemand naar het toilet brengen etc. Als je wilt weten wat er op ons afkomt, dan moet je kijken naar de laatste 2 jaar van het leven van ouderen. Dan wordt duidelijk wat ouderen zelf niet meer kunnen en wat wij als gezonde, vitale ouderen over moeten nemen.  Dat is de stip op de horizon. Daarop zullen we moeten voorsorteren. De puur lichaamsgebonden zorg zal voorlopig nog wel door de thuiszorg gedaan worden, maar al het andere zullen wij in onderling overleg over moeten nemen. Het is niet anders.

    Henk Geene

  • De maand van ... Jan Smelik | November 2021

    10-12-2021 0 reacties

    November begon met een bezoekje aan onze dorpsfysiotherapeut vanwege rugklachten (tja, we worden allemaal een dagje ouder ...). De dag erna een overleg met de dorpsondersteuner en de zorgcoördinator van Austerlitz Zorgt, samen met mijn beoogde opvolger als voorzitter, Charles Laurey. Heel nuttig om de klokken weer eens gelijk te zetten. En ook wel weer grappig als je bedenkt dat de dorpsfysio en onze dorpsondersteuner één en dezelfde persoon zijn!


    Lezing Thorbeckebijeenkomst
    Op vrijdag 5 november was ik uitgenodigd om op de Universiteit Leiden te reflecteren op een essay van Esmée Driessen dat verschenen is in het boek Juridische vragen in het sociaal domein. Zij betoogt hierin dat partijen als NLZVE pleiten voor populatiebekostiging, maar dat die bekostigingsvorm helemaal niet zo gunstig is voor bewonerscollectieven. Het gebrek aan schaalvoordelen, de zwakke positie in tenders en de vele valkuilen in de samenwerking met de gemeente maken dat bewonerscollectieven in haar ogen weinig kans maken om als uitvoerende partij te worden gekozen. Mijn reactie hierop was dat dit zeker opgaat in het huidige paradigma van marktwerking, aanbestedingsprocedures, winner takes all en controledrang vanuit de budgethouder. Maar NLZVE en anderen pleiten al langer voor een nieuw paradigma: een ecosysteem op basis van een nieuwe kernwaarde: gezondheidswinst en -rendement. Wijkpartners, inclusief bewoners, nemen hierbij gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het verbeteren van de gezondheid van de inwoners. Hiervoor is populatiebekostiging eigenlijk een voorwaarde.

    ’s Avonds met mijn Sandra lekker gegeten in het centrum van Leiden (weet je nog dat je gewoon ’s avonds in een restaurant mocht?) en de volgende ochtend op de fiets naar Amsterdam voor het klimaatprotest.

    Kwaliteitsraad
    Ik weet niet of ik hier al eerder over geschreven heb, maar ongeveer elke zes weken is er een vergadering van de Kwaliteitsraad van het Zorginstituut Nederland. Deze bestaat uit tien onafhankelijke raadsleden - waaronder ik dus - die gezamenlijk het Zorginstituut van advies dienen over de kwaliteit van zorg. De raad toetst door het veld gemaakte kwaliteitsstandaarden en indien nodig kan doorzettingsmacht worden ingezet, wat zoveel betekent als: als jullie er niet uitkomen, dan beslissen wij wel. Bekend voorbeeld hiervan is het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
    Op 11 november vergaderden we eindelijk weer eens fysiek in Utrecht. We hebben onder andere gesproken over de coronacrisis en de gevolgen die dit zou kunnen hebben voor de kwaliteit op de intensive care. En we kregen te horen wie de nieuwe voorzitter wordt: Floortje Scheepers, die al raadslid was. Ik ben hier heel blij mee, omdat zij, net als de vorige voorzitter Jan Kremer, open staat voor vernieuwing.

    MAEX Impuls Zorgzame Gemeenschappen
    Tijdens de eerste week van november liep de inschrijvingsperiode van de MAEX Impuls Zorgzame Gemeenschappen. Hiermee kunnen lokale zorginitiatieven op een heel makkelijke manier een eenmalig bedrag ontvangen om hun organisatiekracht te versterken, een onderdeel waar normaal moeilijk ondersteuning voor te krijgen is. De subsidie maakt deel uit van het programma Maatschappelijke Stimulering Vrijwilligerswerk van VWS, ik schreef hier al eerder over.
    Op vrijdag 12 november kregen we van de mensen van de MAEX een overzicht van alle bijna 100 aanvragen om te beoordelen. Dat hebben Nanneke van der Heijden en ik samen gedaan, met waar nodig overleg met regiocoördinatoren. Dinsdag 16 november hebben we alle twijfelgevallen met MAEX doorgenomen. Uiteindelijk zijn er 32 aanvragen gehonoreerd, voor een totaalbedrag van een kleine 80.000 euro. De initiatieven ontvingen op 17 november hiervan bericht en op 20 november stond het geld op hun rekening. Zo snel kan het gaan!

    Nieuwe voorzitter voor NLZVE!
    De bestuursvergadering van 17 november stond in het teken van de kennismaking met Mike Leers. Hij is bereid om het voorzitterschap van NLZVE op zich te nemen. Op de pagina Wie zijn wij? kun je meer over hem lezen, maar in het kort: hij pas heel goed in het profiel dat wij voor deze functie hadden opgesteld. Dus het bestuur heeft hem volmondig aanbevolen aan de ledenvergadering, die op 25 november de formele benoeming van Mike heeft bekrachtigd.
    Ik kijk uit naar de samenwerking met Mike. Eén ding hebben we alvast gemeen: we houden allebei van vakantiefietsen. Hoewel ik vergeleken met hem een beginner ben, die nog niet verder is gekomen dan onze buurlanden. Mike gaat met enige regelmaat fietsen in landen als Cambodja ...

    Helaas hebben we ook afscheid moeten nemen van een bestuurslid: Gertrude van Driesten. Zij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de besluitvorming rond onze kernwaarden en de strategie voor de komende jaren. Gertrude, bedankt!

     

     

  • De maand van ... Jan Smelik | Oktober 2021

    04-11-2021 0 reacties

    Oktober was de maand waarin (bijna) alles weer mocht. Maar ook de maand waarin het coronatoegangsbewijs  zijn intrede deed. In Austerlitz leidde dit tot behoorlijk wat discussie. Wat mag wel en wat niet in het dorpshuis? En welk belang heeft voorrang: dat iedereen kan meedoen - ook mensen die die niet gevaccineerd willen (of kunnen) worden - of de angst van kwetsbare mensen om besmet te worden door ongevaccineerde dorpsgenoten? Ik vind het uiterst ingewikkeld en heel lastig om dit in harmonie op te lossen. En om mijn persoonlijke standpunt ondergeschikt te maken aan de opinie van de meerderheid.

    Tijdens de herfstvakantie was ik een weekje in Spanje, nog even genieten van mooi nazomerweer in de prachtige stad Segovia. Daarom een vrij kort verslag dit keer.

    NACIC
    Ik was gevraagd om te spreken tijdens de plenaire openingssessie van de North American Conference on Integrated Care. Online natuurlijk. De keynote werd gegeven door een goede bekende in de wereld van de commons en uitvinder van de ABCD-methode: Cormac Russell. Wat een inspirerende man is dat! Hopelijk kunnen we hem eens naar Nederland halen.

    Kennismakingsavond bewoners Hart van Austerlitz
    Diezelfde avond kon eindelijk een ontmoetingsavond plaatsvinden met en voor de bewoners van het Hart van Austerlitz. Die wonen er al meer dan een jaar! Het was een heel gezellige en informatieve avond, die door een kleine 50 bewoners, jong en oud, werd bezocht. Marianne en ik waren namens Austerlitz Zorgt aanwezig om aan de bewoners te vertellen wat zij van ons kunnen verwachten en om te inventariseren welke verdere wensen er leven.

    GideonsB
    Op 7 oktober bezocht ik een bijeenkomst met een bont gezelschap op initiatief van GideonsB, een club van zorgbestuurders die een andere benadering kiezen dan de gebruikelijke. In plaats van 'van A naar A+' (dezelfde dingen beter gaan doen) 'van A naar B' (écht veranderen, naar plan B dus). Zij zien in de enorme groei van burgerinitiatieven een duidelijke indicatie van behoefte en urgentie. De vraag is: kunnen we de krachten bundelen? Een goed begin, wordt vervolgd.

    Inspiratiemiddag Zorgzame Gemeenschappen
    De laatste week van oktober stond grotendeels in het teken van de voorbereiding van de Inspiratiemiddag Zorgzame Gemeenschappen, die Nederland Zorgt Voor Elkaar samen met KNHM foundation en Triodos Bank organiseerde. Door de komst van Koning Willem-Alexander moest de middag van minuut tot minuut gepland worden, in overleg met de Dienst Koninklijk Huis, de Rijksvoorlichtingsdienst en de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging. En vervolgens natuurlijk weer afgestemd met het organiserend comité. Maar het resultaat was geweldig! Ongeveer 100 actieve bewoners uit het hele land waren aanwezig om in workshops ervaringen uit te wisselen en elkaar te inspireren. Wij waren te gast in het prachtige kantoor van de Triodos Bank te Driebergen. Jitske Kramer gaf een cabareteske, maar inhoudelijk heel rijke voordracht. Het voorzitterschap werd op professionele en charmante manier ingevuld door Tine de Moor. Een memorabele middag, waarvan ik nog dagen moest bijkomen. Gelukkig was het op een vrijdagmiddag!

  • De maand van ... Jan Smelik | September 2021

    14-10-2021 0 reacties

    De maand september stond in het teken van gedeeltelijke terugkeer naar de situatie van vóór corona. Opeens had ik weer fysieke vergaderingen, van de Kwaliteitsraad onder andere, maar ook nog steeds veel digitale besprekingen. Dit zal ook wel zo blijven, digitaal als het kan, fysiek als het moet.


    (Voor)zorgcirkels

    Op 2 september had ik een online ontmoeting met Henk Geene. Hij heeft in zijn woonomgeving, het land van Cuijk, een prachtig project opgezet, waarbij groepen ouderen elkaar helpen. Hij noemt dat voorzorgcirkels, of, als er wat meer zorg nodig is: zorgcirkels. Henk stelt: “75- helpt 75+, het is beter een sociale structuur te ontwerpen die bijdraagt aan het voorkómen van ‘losse probleemvelden’ als eenzaamheid, dan dat meerdere versnipperde initiatieven rondom verschillende probleemvelden worden opgezet”. Een goed functionerende (voor)zorgcirkel kan tijdig een probleem signaleren en in de samenwerking tussen inwoners en zorg- en welzijnsprofessionals zoeken naar de meest adequate oplossing. Het doel is om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, zodat het eigen netwerk in stand wordt gehouden.

    Mijn idee is dat dit met name in wijken waar niet zo snel een bewonerscollectief van de grond komt een heel goed concept is. Het lijkt een beetje op de broodfondsen, waarin een groep ondernemers bij ziekte voor elkaars inkomen zorgt.

    Overleg met VWS

    Eind 2021 eindigt de projectsubsidie van VWS waarmee NLZVE haar activiteiten bekostigt. In september is enkele keren overleg geweest over de voortzetting van de subsidie in 2022 en verder. Hopelijk komen we hier snel uit, zodat we ook aan het team zekerheid kunnen bieden dat we door kunnen gaan met ons werk.

    MAEX Zorgzame Gemeenschappen

    Ook diverse besprekingen met de mensen van MAEX. We sturen aan op een intensieve samenwerking, waarbij de kaart van zorgzame gemeenschappen in de MAEX-omgeving kan worden opgenomen. Daarnaast is MAEX onze partner in de Impuls Zorgzame Gemeenschappen (zie hierna).

    Maatschappelijke stimulering vrijwilligers in hulp, zorg en dienstverlening

    Hier heb ik al eerder over geschreven, maar begin van deze maand konden we echt van start met het organiseren en verdelen van deze subsidie. De subsidieaanvragen van de regionale netwerken is in september besproken, hier en daar aanpassingen aan subsidievragers voorgelegd, en we hebben veel regionale netwerken blij kunnen maken met het door hen aangevraagde bedrag. In oktober gaan we verder met de subsidie voor lokale initiatieven, de MAEX Impuls Zorgzame Gemeenschappen.

    Brochure Dorpsondersteuner

    Diverse vergaderingen tussen NLZVE en Vereniging van Kleine Kernen Limburg om te komen tot de definitieve tekst en layout van onze gezamenlijke brochure over de dorpsondersteuner.

    De dorpsondersteuner is niet meer weg te denken uit onze gemeenschappen. In de brochure lees je wat een dorpsondersteuner doet, wat er de voordelen van zijn en waar je rekening mee moet houden als je met een dorpsondersteuner wilt gaan werken.

    We zijn erg blij met het resultaat! Download hier 'De dorpsondersteuner'

    Op 1 oktober vond de eerste landelijke Dag van de Dorpsondersteuner plaats, maar daarover dus volgende maand meer….

    Maatschappelijke Expertgroep Ouder Worden 2040

    De komende 20 jaar veroudert onze samenleving enorm. Dat brengt een aantal uitdagingen met zich mee. Hiermee worstelen we met z’n allen. Hoe wonen en werken we in 2040? Hoe blijven we gezond en krijgen we passende zorg en ondersteuning? En hoe benutten we de kracht van een groter wordende groep ouderen?

    Vele partijen denken hierover mee in het programma Ouder Worden 2040. Ik ben gevraagd om mee te doen aan de Maatschappelijke Expertgroep, een breed samengestelde denktank. Op 20 september bespraken we een drietal toekomstscenario’s die door BeBright, het adviesbureau dat het programma uitvoert, waren opgesteld. Herkenbare scenario’s, waar in twee van de drie bewonerscollectieven een grote rol spelen. In de komende maanden worden deze scenario’s verfijnd en uitgewerkt en deze dienen als leidraad voor de vraag: hoe verder?

    Wordt vervolgd.

    Apotheekhoudende huisartsen

    Ook actueel: het voortbestaan van apotheekhoudende huisartsen wordt bedreigd. Meer dan een miljoen Nederlanders zijn voor hun huisartsenzorg afhankelijk van een apotheekhoudende huisartspraktijk, vooral op het platteland. Maar voor deze kleine praktijken wordt het steeds lastiger om aan de eisen te voldoen die zorgverzekeraars aan hen stellen. Met het verdwijnen van huisartspraktijken staan ook andere (zorg)voorzieningen in dorpen onder druk.

    Samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging en de Landelijke Vereniging van Kleine Kernen zijn we bezig met het schrijven van een manifest om voor deze situatie aandacht te vragen.

     

Over ons

Nederland Zorgt Voor Elkaar is het landelijk netwerk van bewonersinitiatieven in welzijn, zorg en wonen.

Meer informatie

Contact

ondersteuningsteam@nlzve.nl 
0800-8010 (werkdagen 09.00-17.00 uur)


 

 

Cookie-instellingen